CO₂-reductie en nanodeeltjes: een ongezonde keerzijde van klimaatrichtlijnen

Inleiding

Klimaatverandering dwingt overheden wereldwijd tot strenge regulering van de CO₂-uitstoot. Autofabrikanten en industrieën moeten hun CO₂-emissies reduceren om de opwarming van de aarde af te remmen. Deze focus op klimaatdoelen is gebaseerd op mondiale wetenschappelijke consensus en urgente noodzaak – niet op politiek opportunisme. Toch rijst de vraag of zulke CO₂-maatregelen onbedoeld gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Stelling: Als autofabrikanten en industrie de wettelijke regulering van CO₂-reductie moeten uitvoeren in het kader van klimaatverandering, dan is het resultaat dat er meer nanodeeltjes uitgestoten worden en er dus meer chronisch zieken bijkomen. Met andere woorden: leiden klimaatmaatregelen in de vorm van CO₂-reductie bij verbrandingsmotoren tot meer ultrafijne stofdeeltjes (nanopartikels) in de lucht, en daarmee tot meer chronische gezondheidsproblemen bij de bevolking? In dit uitgebreide onderzoek voor de Kamer van Sociale Waarden bekijken we de wetenschappelijke bevindingen rondom deze prikkelende stelling.

Klimaatdoelen en CO₂-regulering in de transport- en industriesector

Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, zijn internationale akkoorden zoals Kyoto (1997) en Parijs (2015) gesloten die CO₂-reductie afdwingen (theguardian.com). In Europa zijn vanaf de jaren ’90 bindende doelstellingen ingevoerd om de CO₂-uitstoot van met name auto’s drastisch te verlagen (theguardian.com). Autobouwers werden verplicht het gemiddelde brandstofverbruik (en daarmee de CO₂/km) te verbeteren, en landen stimuleerden “klimaatvriendelijke” opties via belastingen en subsidies (theguardian.com) (theguardian.com). Ook in andere industrieën – van energiecentrales tot de chemische sector – gelden inmiddels strenge CO₂-plafonds en emissiehandelssystemen om uitstoot te laten dalen. Deze regelgeving is gestoeld op wereldwijde wetenschappelijke bevindingen over klimaatverandering en geldt als noodzakelijk voor het algemeen belang.

Echter, technische maatregelen om minder CO₂ uit te stoten hebben soms complexe neveneffecten. CO₂-uitstoot hangt vooral af van hoeveel brandstof wordt verbrand en hoe efficiënt dat gebeurt. Fabrikanten hebben dus gezocht naar innovaties die motoren zuiniger maken. Die innovaties – denk aan dieseltechnologie of directe brandstofinjectie – verminderden inderdaad de CO₂-uitstoot per kilometer, maar brachten onverwachte problemen op het gebied van luchtkwaliteit met zich mee. Steeds duidelijker blijkt dat klimaat en gezondheid niet los van elkaar gezien kunnen worden: “Je kunt niet zeggen: klimaat is belangrijker dan luchtkwaliteit,” waarschuwt hoogleraar Guus Velders (nos.nl). We moeten dus onderzoeken hoe CO₂-regulering invloed heeft op andere emissies, in het bijzonder ultrafijnstof (nanodeeltjes), en welke gezondheidsgevolgen daaraan kleven.

De keerzijde van CO₂-reductie: meer ultrafijne deeltjes?

Ultrafijne deeltjes – vaak gedefinieerd als PM_0.1, kleiner dan 0,1 micrometer – zijn minuscule roet- en stofdeeltjes die vrijkomen bij verbrandingsprocessen (nature.com). Alle verbrandingsmotoren (benzine, diesel, gas) stoten naast CO₂ óók andere stoffen uit, waaronder stikstofoxiden (NO_x) en fijne roetdeeltjes. Wanneer motoren worden geoptimaliseerd voor brandstofefficiëntie (dus minder CO₂), kan dit soms de verbrandingstemperatuur en -druk verhogen of andere aanpassingen vereisen die de vorming van extra fijne roetdeeltjes bevorderen. Deze deeltjes zijn zo klein dat ze nauwelijks massa hebben maar in grote aantallen aanwezig zijn – en ze kunnen diep in het menselijk lichaam doordringen.

Een opvallend voorbeeld is de Europese omschakeling naar diesel in het personenverkeer in de jaren ’90. Dieselauto’s waren aantrekkelijk vanwege hun ongeveer 15% lagere CO₂-uitstoot dan benzineauto’s, wat goed leek voor het klimaat (theguardian.com). Beleidsmakers subsidieerden dieselbrandstof en autobelastingen werden verlaagd voor diesels vanwege hun “betere CO₂-prestaties” (theguardian.com). Dit had echter een keerzijde: dieselmotoren produceerden vier keer meer stikstofdioxide (NO₂) en maar liefst 22 keer meer fijnstof dan vergelijkbare benzinemotoren (theguardian.com). Het ging hier met name om zeer kleine roetdeeltjes – “tiny particles that penetrate the lungs, brain and heart” (theguardian.com). Met andere woorden, een bewuste keuze om de klimaatimpact te verlagen resulteerde in fors hogere uitstoot van schadelijke nanodeeltjes in de lucht. Destijds is deze trade-off tussen klimaat en gezondheid nauwelijks publiek bediscussieerd (theguardian.com), maar achteraf weten we dat het heeft geleid tot extra luchtverontreiniging en duizenden vroegtijdige sterfgevallen door die toxische uitstoot (theguardian.com).

Ook buiten de transportsector zien we zulke dilemma’s. Neem de energieproductie: om CO₂ te verminderen wordt fossiele brandstof soms vervangen door biomassa (houtige pellets) onder het idee dat dit klimaatneutraal is. Maar bij het verbranden van biomassa komen wel fijnstof en andere schadelijke stoffen vrij (nos.nl). Velders legt uit dat biomassacentrales in de eerste plaats voor het klimaat worden gebouwd, maar dat we ook goed naar de fijnstofuitstoot moeten kijken (nos.nl). Zonder afdoende filtering kan luchtkwaliteit verslechteren; zelfs met goede filters dragen de fijnstofemissies van grootschalige houtverbranding bij aan hogere achtergrondconcentraties in het hele land (nos.nl). Uit gezondheidsoogpunt is bijvoorbeeld aardgas veel schoner qua fijnstof dan biomassa (nos.nl). De politiek moet dus balanceren tussen klimaat en volksgezondheid: Den Haag zal een afweging moeten maken… Je kunt niet zeggen: klimaat is belangrijker dan luchtkwaliteit aldus Velders (nos.nl). Dit benadrukt dat CO₂-reductieplannen onbedoelde effecten op lokale luchtvervuiling kunnen hebben – een belangrijk aandachtspunt van internationale wetenschappers, niet enkel een politieke kwestie.

Diesel versus benzine: klimaatwinst met gezondheidsverlies

Een klassiek voorbeeld van CO₂-regulering die tot meer nanodeeltjes leidde, is de diesel-versus-benzine keuze in Europa. Zoals genoemd produceert diesel per kilometer minder CO₂ dan benzine door efficiënter brandstofgebruik (theguardian.com). Gestimuleerd door EU-klimaatdoelen en autofabrikantenlobby is rond 1997 massaal ingezet op dieseltechnologie (theguardian.com) (theguardian.com). Het gevolg: het aandeel dieselauto’s schoot omhoog van <10% naar >50% van het wagenpark binnen twee decennia (theguardian.com). Hierdoor daalde de gemiddelde CO₂-uitstoot van nieuw verkochte auto’s, wat op papier een klimaatsucces was.

De schaduwzijde liet echter niet lang op zich wachten. Dieselauto’s – vooral oudere generaties zonder roetfilter – braakten veel fijnstof en ultrafijne roetdeeltjes uit. De introductie van directe injectie in diesels rond 1990 verbeterde weliswaar vermogen en zuinigheid, maar zorgde er ook voor dat diesels “meer fijnstof gingen uitstoten” (egear.be). In de EU stierven jaarlijks honderdduizenden mensen vroegtijdig aan de gevolgen van luchtvervuiling; rond 2017 werd dat cijfer geschat op 406.000 sterfgevallen per jaar – tien keer zoveel als het aantal verkeersdoden (egear.be). Fijnstof was een hoofdschuldige, waardoor beleidsmakers uiteindelijk ingrepen: sinds Euro 4/5 (ca. 2005-2010) werden nieuwe diesels verplicht uitgerust met roetfilters om de uitstoot van deeltjes drastisch te verlagen (egear.be).

Toch bleek dit geen afdoende oplossing op de korte termijn. Jarenlang reden er miljoenen dieselauto’s rond die grote hoeveelheden ultrafijnstof uitbliezen, met name in stedelijke gebieden. Pas met strenge emissienormen en schandalen als Dieselgate kwam aan het licht dat diesels zelfs mét filters in de praktijk nog meer vervuiling uitstootten dan tests aangaven (egear.be). Dit leidde na 2015 tot een beleidsomslag: diesel raakte ontmoedigd (hogere brandstofaccijns, hogere wegenbelasting) en consumenten stapten weer over op benzineauto’s (egear.be). Oppervlakkig gezien leek dat positief voor de luchtkwaliteit – immers, benzinemotoren stonden bekend als “schoner” dan diesel. Maar zoals we hierna zullen zien, is dat niet het hele verhaal.

Directe injectie in benzinemotoren: zuiniger, maar vuiler

Moderne benzinemotoren ondergingen de afgelopen tien jaar een stille revolutie om aan strengere CO₂-normen te voldoen. Een traditionele benzinemotor met indirecte injectie had relatief weinig fijnstof-uitstoot. Maar onder druk van CO₂-eisen zochten autofabrikanten naar manieren om ook benzinemotoren efficiënter (zuiniger) te maken (egear.be). De oplossing werd gevonden in directe injectie (DI) – hetzelfde principe dat diesels zo efficiënt maakte (egear.be). Sinds circa 2010 zijn steeds meer nieuwe benzinewagens uitgerust met directe benzine-inspuiting, herkenbaar aan termen als TSI/TFSI, EcoBoost of SkyActiv (egear.be). Tegen 2015 had al 38% van de verkochte benzineauto’s in Europa een DI-motor (egear.be), en dat aandeel is sindsdien alleen gegroeid.

Directe injectie maakt benzineauto’s zuiniger – minder brandstofverbruik betekent minder CO₂-uitstoot. Het nadeel is echter dat deze techniek de fijnstofuitstoot sterk verhoogt (egear.be). Een DI-benzinemotor stoot veel meer fijnstofdeeltjes (particulate number, PN) uit dan een vergelijkbare klassieke benzinemotor (egear.be). De totale massa fijnstof (PM) blijft wel lager dan bij diesels, maar wetenschappers maken zich zorgen over het enorme aantal deeltjes en hun ultrakleine omvang (egear.be). De allerkleinste roetdeeltjes uit DI-benzine zijn kleiner dan een virus – haast op molecuulschaal – en ze komen in zeer hoge aantallen vrij (egear.be). Dit zijn precies de nanodeeltjes (PM_0.1) die diep in het lichaam kunnen doordringen. Hoewel de gezondheidsimpact nog volop in onderzoek is, zijn er sterke aanwijzingen dat zulke deeltjes nadelige gevolgen hebben voor onze luchtwegen en algehele gezondheid (egear.be).

Figuur: Indicatieve vergelijking van het aantal uitgestoten fijnstofdeeltjes (PN, deeltjes per km) bij verschillende motorentechnologieën (egear.be). Blauw: benzinemotor zonder directe injectie (en zonder filter). Groen: dieselmotor met roetfilter. Geel: benzinemotor met directe injectie mét roetfilter. Rood: benzinemotor met directe injectie zonder filter. Paars: dieselmotor zonder filter. Let op de logaritmische schaal; elke stap is een factor 10. Directe injectie zonder filter (rode balk) leidt tot véél hogere aantallen ultrafijne deeltjes t.o.v. conventionele technieken.

Uit bovenstaande grafiek blijkt dat benzinemotoren met directe injectie zonder filter in aantallen deeltjes zelfs dieselmotoren kunnen benaderen. Om dit probleem het hoofd te bieden, heeft de EU uiteindelijk de regelgeving aangescherpt. Lange tijd mocht een benzineauto tot wel 10× meer deeltjes uitstoten dan een diesel, maar sinds september 2017 is de PN-norm voor nieuwe benzinemodellen gelijkgesteld aan die voor diesels (egear.be). “De enige manier om een DI-benzine onder die norm te krijgen is de installatie van een roetfilter”, aldus eGear (egear.be). Daarom zijn moderne directe-injectie benzinewagens nu vaak uitgerust met een gasoline particulate filter (GPF), vergelijkbaar met dieselroetfilters. Die filters vangen het merendeel van de roetdeeltjes af, maar brengen een nieuwe paradox: “Die filter verhoogt echter het verbruik, waardoor het effect van de directe injectie deels teniet wordt gedaan” (egear.be). Met andere woorden, om de extra nanodeeltjes te elimineren verbruikt de motor weer iets meer brandstof – wat de CO₂-winst deels opheft. Dit onderstreept hoe uitdagend het is om klimaatdoelen en luchtkwaliteit tegelijk te verbeteren met traditionele verbrandingsmotoren.

Een structurele oplossing ligt volgens experts dan ook in het uitfaseren van de verbrandingsmotor zelf. Zoals eGear concludeert: “Benzinemotoren verlossen ons niet van fijnstofuitstoot en de slechte luchtkwaliteit die daar het gevolg van is. Om dat probleem te tackelen moeten we evolueren richting elektrische en slimmere mobiliteit.” (egear.be) Volledig elektrische voertuigen stoten immers geen uitlaatgassen of roet uit, waardoor zowel CO₂- als fijnstofuitstoot aan de bron verdwijnt (hoewel bandenslijtage en stroomopwekking andere aandachtspunten blijven).

Gezondheidsrisico’s van nanodeeltjes

Waarom zijn die nanodeeltjes zo zorgwekkend voor de volksgezondheid? Dankzij uitgebreid wetenschappelijk onderzoek wereldwijd weten we dat ultrafijnstof een reeks van negatieve gezondheidseffecten heeft. De allerkleinste deeltjes (PM_0.1) kunnen via de longen in de bloedbaan terechtkomen en zelfs door het hele lichaam reizen (nature.com) (nature.com). In vergelijking met “gewone” fijnstof (PM_2.5) veroorzaken ze meer ontstekingen in de longen en blijven ze langer in het longweefsel aanwezig (nature.com). Dit vergroot de kans op chronische aandoeningen. Hieronder een overzicht van belangrijke gezondheidsrisico’s bij langdurige blootstelling aan fijnstof, met nadruk op ultrafijne deeltjes:

  • Longaandoeningen: Verergering van astma en bronchitis, ontwikkeling van COPD en verhoogd risico op longkanker (longfonds.nl) (lachambre.be). Inademing van fijnstof veroorzaakt chronische irritatie en ontsteking in de luchtwegen, wat bijdraagt aan deze ziekten.
  • Hart- en vaatziekten: Systemische ontstekingsreacties door ultrafijnstof leiden tot vaatwandbeschadiging, stollingsproblemen en hoge bloeddruk (nature.com). Dit vertaalt zich in een hogere kans op hartinfarcten, beroertes en hartfalen bij langdurige blootstelling (lachambre.be).
  • Neurologische en andere effecten: Nanodeeltjes kunnen via de reukzenuw zelfs de hersenen bereiken, waar ze neurologische functiestoornissen kunnen veroorzaken (nature.com). Verder worden verbanden gelegd met diabetes, doordat chronische ontsteking insulineresistentie kan verergeren (nature.com). Bij ongeboren baby’s verhoogt blootstelling van de moeder aan fijnstof het risico op een laag geboortegewicht en ontwikkelingsproblemen (nature.com).

De gezondheidsimpact is niet gering. In België schatte het Europees Milieuagentschap dat in 2016 ongeveer 7.600 vroegtijdige sterfgevallen te wijten waren aan fijnstof, plus nog eens 1.600 door NO₂ (eveneens grotendeels uit dieselmotoren) (lachambre.be) (lachambre.be). In Nederland liggen de schattingen nog hoger: Milieudefensie rapporteert dat hier jaarlijks circa 12.000 mensen vroegtijdig overlijden door vuile lucht, en dat tienduizenden mensen chronisch ziek blijven als gevolg van langdurige blootstelling aan luchtvervuiling (milieudefensie.nl). Denk aan tienduizenden patiënten met blijvende ademhalingsklachten, hartproblemen of verminderde longfunctie door luchtkwaliteit die eigenlijk onder de huidige normen nog “legaal” slecht is (milieudefensie.nl).

Een concrete illustratie: een studie in Straatsburg vond een “aanzienlijke hoeveelheid nanodeeltjes in het lichaam van kinderen” die in de buurt van een druk verkeersknooppunt woonden (lachambre.be). Die deeltjes – voornamelijk afkomstig van dieselmotoren – verhogen het risico op kanker, hart- en vaatziekten en ademhalingsproblemen en kunnen zelfs via de placenta van moeder op foetus worden overgedragen (lachambre.be). Zulke wetenschappelijke bevindingen, afkomstig uit verschillende landen, onderstrepen dat dit geen lokaal of politiek gekleurd probleem is, maar een mondiaal gezondheidsvraagstuk. De effecten van ultrafijnstof worden wereldwijd door onderzoekers waargenomen en leiden overal tot vergelijkbare conclusies: verbetering van luchtkwaliteit levert directe gezondheidswinst op, terwijl het negeren van ultrafijne emissies de volksgezondheid schaadt.

Naar een geïntegreerde aanpak voor klimaat én gezondheid

Bovenstaande bevindingen maken duidelijk dat CO₂-beleid en luchtkwaliteitsbeleid hand in hand moeten gaan. Klimaatmaatregelen mogen niet isoleren op broeikasgassen zonder de neveneffecten op schadelijke emissies mee te wegen. Evenzo is het contraproductief om luchtvervuiling te verminderen op een manier die het klimaatprobleem verergert. Een geïntegreerde benadering streeft naar duurzame oplossingen die beide doelen dienen.

Wat kan er gedaan worden? Enkele belangrijke strategieën:

  • Schonere technologie: Stimuleren van zero-emissie voertuigen (elektrisch of waterstof) die geen uitlaatgassen produceren, elimineert de bron van zowel CO₂ als ultrafijnstof bij transport. Voor bestaande verbrandingsmotoren zorgen strengere emissienormen (zoals verplichte roetfilters voor benzine DI en diesel) dat de uitstoot van nanodeeltjes minimaal is – al blijft er dan een efficiëntieverlies (egear.be). In de industrie kan investeren in rookgasfilters, elektrostatische precipitatoren en andere deeltjesafvang de fijnstofuitstoot fors terugdringen, zodat klimaatvriendelijke opties als biomassa alleen worden toegepast met de best mogelijke luchtzuivering.
  • Beleidsafstemming: Overheden moeten klimaatbeleid en gezondheidsbeleid coördineren. Dit betekent bijvoorbeeld dat subsidies of fiscale voordelen voor bepaalde brandstoffen/technologieën alleen verantwoord zijn als die opties per saldo zowel CO₂-voordeel als geen onaanvaardbare gezondheidsnadeel opleveren. Het diesel-debacle in Europa heeft geleerd dat enkel naar CO₂ kijken een “trade-off tussen reducing climate change and increasing health problems” creëerde (theguardian.com) (theguardian.com). Zulke trade-offs moeten expliciet worden meegewogen in regelgeving. Recent zien we positieve ontwikkelingen: de EU scherpt niet alleen CO₂-normen aan richting 2030, maar ook de nieuwe Euro 7-emissienorm (verwacht in 2025) zal strengere limieten bevatten voor ultrafijne deeltjes en NO₂, zodat nieuwe voertuigen werkelijk schoon zijn in brede zin.
  • Wetenschappelijk onderzoek en voorlichting: Blijvend onderzoek naar de effecten van nanodeeltjes is cruciaal. Hoewel al veel bekend is, blijven er vragen over exacte causaliteit bij bepaalde chronische ziekten (nature.com). Onafhankelijke, mondiale wetenschap moet leidend zijn bij het stellen van normen – niet kortetermijn economische belangen. Transparante communicatie naar het publiek is ook van belang: als mensen begrijpen dat bijvoorbeeld hout stoken of veelvuldig korte autoritten maken met een koude motor ultrafijnstof oplevert dat hun eigen gezondheid en die van hun buurt kan schaden, ontstaat er meer draagvlak voor schonere alternatieven.

In feite komt het neer op het bewaken van zowel onze planeet als onze gezondheid. Klimaatverandering aanpakken is een investering in de gezondheid van toekomstige generaties op de lange termijn, terwijl luchtvervuiling aanpakken directe gezondheidswinst oplevert in het hier en nu. Beleidsmakers, industrie en wetenschap zullen samen moeten werken aan oplossingen die geen van beide aspecten uit het oog verliezen. “Wij vinden dat voorkomen moet worden dat in de energietransitie keuzes worden gemaakt die verkeerd uitpakken voor de volksgezondheid,” stelt het Longfonds treffend (longfonds.nl). Die les geldt evengoed voor de transitie in mobiliteit en andere sectoren.

Conclusie

Terug naar de oorspronkelijke stelling: Moeten autofabrikanten en industrie fors CO₂ reduceren vanwege klimaatwetgeving, dan resulteert dat in meer nanodeeltjes-uitstoot en dus meer chronisch zieken. Op basis van de hierboven besproken bevindingen kunnen we concluderen dat deze stelling zeker een kern van waarheid bevat. Historische voorbeelden (zoals de dieselpromotie) en technologische ontwikkelingen (zoals directe injectie) tonen aan dat eenzijdige focus op CO₂-reductie onbedoeld tot hogere ultrafijnstofemissies kan leiden, tenzij er aanvullende maatregelen worden genomen. Die ultrafijne deeltjes hebben, volgens wereldwijd wetenschappelijk onderzoek, ernstige gezondheidsgevolgen variërend van luchtwegaandoeningen tot hart- en vaatziekten (lachambre.be) (nature.com). We zien in de praktijk dat zulke effecten resulteren in meer chronisch zieken en zelfs duizenden voortijdige sterfgevallen (milieudefensie.nl).

Betekent dit dat klimaatbeleid ten koste gaat van onze gezondheid? Nee, niet als we het goed doen. Het betekent wel dat klimaatmaatregelen zorgvuldig moeten worden vormgegeven. De oplossing ligt niet in het loslaten van CO₂-regulering – die is immers hard nodig om desastreuze klimaatverandering te voorkomen – maar in het tegelijkertijd aanscherpen van emissienormen voor schadelijke stoffen en het versneld invoeren van schone technologieën. Het goede nieuws is dat dit besef groeit: zowel op Europees niveau als wereldwijd worden stappen gezet om bijvoorbeeld de verbrandingsmotor volledig uit te faseren tegen het midden van de 21e eeuw, precies om dubbele winst te behalen voor klimaat én gezondheid.

Tot die tijd is waakzaamheid geboden. Het verhaal van CO₂ en nanodeeltjes herinnert ons eraan dat we in een onderling verbonden wereld leven, waar milieu- en gezondheidsaspecten twee kanten van dezelfde medaille zijn. Een klimaatvriendelijke toekomst moet hand in hand gaan met schone lucht. Door beleidskeuzes te baseren op robuuste wetenschappelijke bevindingen – vrij van politieke willekeur maar met oog voor sociale waarden – kunnen we voorkomen dat het ene probleem wordt ingeruild voor het andere. Zo zorgen we ervoor dat klimaatwinst niet gepaard gaat met een verborgen gezondheidsprijs, maar dat we zowel de aarde als onszelf gezonder maken voor de lange termijn.

Bronnen: De in deze tekst genoemde gegevens en citaten zijn gebaseerd op wetenschappelijke publicaties, parlementaire verslagen en rapporten van gezondheidsorganisaties, zoals vermeld in de referenties. Deze bronnen onderstrepen onafhankelijk van politieke kleur de hier geschetste verbanden tussen CO₂-beleid, nanodeeltjes-uitstoot en gezondheid. Dankzij dergelijke mondiale onderzoeksbevindingen kunnen we met kennis van zaken werken aan een duurzame én gezonde toekomst (theguardian.com) (lachambre.be) (egear.be) (nature.com) (milieudefensie.nl).

Wetenschappelijke bronnen

  1. Oberdörster, G., Oberdörster, E., & Oberdörster, J. (2005). Nanotoxicology: An Emerging Discipline Evolving from Studies of Ultrafine Particles. Environmental Health Perspectives, 113(7), 823‑839.
    Link: Hero EPA DOI-pdf of EHP paper Wikipedia
    Relevantie: Pioniersartikel dat de basis schept voor nanotoxicologie en de gezondheidseffecten van ultrafijne deeltjes bespreekt.
  2. Health Effects Institute (2013). Understanding the Health Effects of Ambient Ultrafine Particles (UFPs) – Perspectives 3.
    Link: HEI-publicatie PDF 4cleanair.org
    Relevantie: Officieel overzichtsrapport van een reviewpanel over gezondheidseffecten van omgevings-UFP’s.
  3. Link Springer systematic review (2019). ‘Health effects of ultrafine particles: a systematic literature review’.
    Link: Springer artikel Docslib proquest.com
    Relevantie: Recente evaluatie van epidemiologische aanwijzingen omtrent ultrafijne deeltjes en gezondheid.
  4. TITLE UNKNOWN – review op ScienceDirect (2023) over toxiciteit en gezondheidseffecten van UFPs, met focus op transportgerelateerde emissies.
    Link: ScienceDirect artikel ScienceDirect arXiv
    Relevantie: Tracht recente gegevens samen te brengen over gezondheidseffecten van UFP’s uit transport.
  5. Wikipedia – Ultrafine particle.
    Link: Wikipedia UFP artikel Wikipedia hero.epa.gov
    Relevantie: Algemeen overzicht van ultrafijne deeltjes, hun karakteristieken en gezondheidszorgen; bruikbaar als referentie voor uitleg.

Wetenschappelijke / Gezondheidsbronnen

  1. WHO Global Air Quality Guidelines 2021 – bevat richtlijnen voor PM₂.₅, PM₁₀, O₃, NO₂, SO₂, CO en good practice statements voor ultrafijne deeltjes. ICCT
  2. WHO Q&A op WHO Newsroom over Global AQGs – beknopte uitleg over de 2021-update van luchtkwaliteitsrichtlijnen. j.j. bos bv
  3. Wikipedia – Ultrafine particle – verduidelijkt wat ultrafijne deeltjes (UFPs) zijn en waarom ze ongewenst zijn. Wikipedia
  4. Wikipedia – Particulate matter – beschrijft gezondheidsrisico’s per deeltjesklasse, inclusief cijfers uit WHO-richtlijnen. Interne Markt en Bedrijfsleven

Media / Overzichtelijke bronnen

Nieuwsartikelen

  • German court convicts former VW execs of fraud in Dieselgate trial
    Een rechtbank in Braunschweig veroordeelde onlangs vier voormalige Volkswagen-managers wegens fraude in het Dieselschandaal, met gevangenisstraffen van enkele maanden tot jaren. The Sun euronews
  • Dieselgate pollution killed 16,000 people in UK, study estimates
    Een nieuw rapport schat dat excessieve uitlaatvervuiling door Dieselgate in het VK verantwoordelijk is voor circa 16.000 vroegtijdige sterfgevallen en 30.000 gevallen van astma bij kinderen, met miljarden aan economische schade in de EU en VK. Scientias.nl
  • Contaminación letal: la UE paga el precio del ‘Dieselgate’
    Video-reportage over de desastreuze gevolgen van Dieselgate, met meer dan 120.000 vroegtijdige sterfgevallen in de EU sinds 2009 en een economische last van €760 miljard. The Times bral.brussels
  • UK expands investigation into ‘defeat devices’ across 27 car brands
    De Britse overheid breidt onderzoek uit naar illegale “defeat devices” bij voertuigen van tientallen merken — devices die tijdens tests emissies vervalsten en hebben bijgedragen aan duizenden vroegtijdige sterfgevallen. energysufficiency.org

Media en Overige Bronnen (aanvullend)

  • Dieselgate: millions of ‘extremely’ polluting cars still on Europe’s roads
    Ongeveer 13 miljoen dieselauto’s met extreem hoge vervuiling blijven ondanks Dieselgate in Europa rondrijden, toont een recent rapport. Canary Mo
  • The Dieselgate and air pollution in Europe
    Onderzoekt dat Diesel‑gerelateerde uitstoot jaarlijks ongeveer 10.000 voortijdige sterfgevallen veroorzaakt in Europa, met name in Italië, Duitsland, Frankrijk en het VK. europeandatajournalism.eu
  • ClientEarth: 124,000 premature deaths in EU and UK linked to Dieselgate emissions
    ClientEarth (op basis van CREA-onderzoek) schat dat Dieselgate verantwoordelijk was voor minstens 124.000 vroegtijdige sterfgevallen in EU en VK, met forse economische schade en extra slachtoffers te verwachten zonder ingrijpen. ClientEarth
  • Scientias – Dieselgate: maken we ons te druk om NOₓ?
    Behandelt de structureel hoge NOₓ-uitstoot van diesels versus benzine, inclusief Nederlandse data over uitstootverschillen en volksgezondheid. Scientias.nl
  • Wikipedia NL – ‘Emissieschandaal’
    Vermelding van onregelmatigheden bij CO₂-uitstootmeting in Volkswagen‑benzinemodellen naast de diesels, als onderdeel van het emissieschandaal. The Guardian
  • ARTE: The deadly cost of Dieselgate
    Video-analyse over de harde kosten van Dieselgate in termen van menselijke levens en volksgezondheidsschade in de EU. Wikipedia europeandatajournalism.eu
  • BRAL vzw – Drie jaar na Dieselgate: niets is veranderd
    Drie jaar na Dieselgate nog weinig verbetering volgens Brusselse gezondheids- en milieugroepen — hervormingen bleven uit. climatefactchecks.org
  • Groen EP-lid Bart Staes over vuile lucht na Dieselgate
    Ondanks massale terugroepacties blijft de luchtkwaliteit slecht, stelt MEP Staes: Dieselgate blijft een groot industriëel en gezondheidsschandaal. bartstaes.be

Juridische / Beleids- en regelgevingbronnen

  1. Euro7: ICCT-rapport – vereiste PN en PM grenzen – Euro 7 stelt dat alle vonkontsteking‑voertuigen (benzine e.d.) verplicht zijn tot deeltjes‑limits; meet deeltjes vanaf 10 nm in plaats van 23 nm. Wikipedia
  2. Europarl – Euro 7 voorstel (EPRS studie) – bespreekt het Euro 7-wetsvoorstel inclusief aanpak van non-exhaust emissies (remblok‑ en bandendeeltjes). Europese Parlement
  3. Consilium – Euro 7 goedkeuringspositie – bepalingen voor rem- en bandendeeltjes, batterijduurzaamheid en strengere levensduurcriteria. Consilium+1
  4. Consilium HTML samenvatting – Euro 7 limieten en levensduur – benadrukt regels voor rememissies en eisen voor batterijlevensduur. Consilium
  5. Europese Commissie – Politieke overeenkomst Euro 7 – Euro 7 richt zich op luchtvervuiling en ultrafijnstof, inclusief non-exhaust bronnen, onafhankelijk van CO₂-regulering. Consilium
  6. EUR-Lex Regulation (EU) 2024/1257 – technisch kader van Euro 7 met details over PN-23 → PN-10 overgang en type goedkeuring. EUR-Lex
  7. MobilityNotes – Voorbereiding op Euro 7 (deeltjes < 23 nm) – informatieve toelichting op de wetenschappelijke en meet-technische verschuiving naar 10 nm in Euro 7. ICCT

2 gedachten over “CO₂-reductie en nanodeeltjes: een ongezonde keerzijde van klimaatrichtlijnen”

    1. Beste lezer, hartelijk dank voor je positieve feedback en voor het onder de aandacht brengen van Dick van Nieuwkoop!

      Je hebt gelijk — Dick van Nieuwkoop heeft inderdaad waardevolle inzichten over ultrafijne (nano-)fijnstof, waaronder de manier waarop katalysatoren en andere bronnen nanodeeltjes produceren die wél degelijk in de menselijke gezondheid kunnen doordringen. In zijn artikelen zoals “De nano-luchtvervuiling maakt ons dommer en CO₂ is niet het probleem” (DLM Plus, 2019) en “Nanofijnstof – killer die de krantenkoppen zelden haalt” (De Andere Krant, 2022), komt dit onder andere aan bod
      De nano luchtvervuiling maakt ons dommer en co2 is niet het probleem. .

      Ik zal zeker overwegen om Dick van Nieuwkoop als bron te vermelden in een update van het blogbericht, zeker omdat zijn persoonlijke ervaringen en kritische analyse goed aansluiten bij het thema van nanodeeltjes en gezondheid.

      Graag verneem ik hoe ik in contact kan komen met Dick — mocht je zijn contactgegevens hebben of hem willen introduceren, dan hoor ik dat graag!

      — Met waardering, de redacteur van De Kamer van Sociale Waarden

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
×