Vlaardingen, Nederland. Een 10-jarig meisje wordt in mei 2024 zwaargewond aangetroffen na maandenlange mishandeling door haar pleegouders. Ze was uit huis geplaatst “voor haar eigen veiligheid”, maar belandde in een ware nachtmerrie: vastgebonden met handboeien, opgesloten in een kooi met stroomdraden en dagenlang uitgehongerd. Wanhopig greep het kind elke kans aan om alarm te slaan – op straat, op school, in de supermarkt smeekte ze om hulp en toonde ze blauwe plekken – maar niemand geloofde haar. De instanties brachten haar keer op keer terug naar dezelfde pleegouders, ondanks duidelijke signalen van mishandeling en zelfs seksueel misbruik in 2022. Het resultaat: het meisje overleefde ternauwernood en hield er blijvend hersenletsel aan over. Haar verhaal staat symbool voor een systeem dat veiligheid belooft, maar faalt in menselijkheid.
Een incident dat geen incident is
Politici reageerden geschokt op de zaak-Vlaardingen, maar wezen er ook op dat dit geen alleenstaand geval is. “Het systeem faalt, dit kan morgen weer gebeuren,” waarschuwde Tweede Kamerlid Lisa Westerveld. Jeugdbeschermers zelf geven toe dit soort situaties vaker te zien. Kortom: dit drama is niet zomaar een incident, maar het gevolg van een structureel falen binnen de jeugdzorg. Als een kind dat uit huis is geplaatst zó in de steek kan worden gelaten, wat zegt dat over het systeem dat haar had moeten beschermen?
In dit geval werden protocollen en signalen genegeerd, en werd zelfs de eigen biologische moeder van het meisje buitenspel gezet. Ze had herhaaldelijk haar zorgen geuit, maar instanties luisterden niet – mede door valse beschuldigingen aan haar adres, waardoor haar geloofwaardigheid werd ondermijnd. De moeder werd weggezet als ‘probleem’, en elke vorm van samenwerking met haar strandde. Zo werd veiligheid een eenzijdig machtsstreven: in plaats van met de ouders te werken, sloot men hen uit. Volgens een vernietigend rapport van de inspectie is het meisje daardoor volledig aan haar lot overgelaten door jeugdhulp en pleegzorgmedewerkers. Veiligheid werd hier niet bereikt door liefdevolle zorg of oplettendheid, maar afgedwongen met controles en wantrouwen – en faalde tragisch.
Helaas is dit geen nieuw inzicht. In 2019 bracht de Commissie-De Winter aan het licht dat driekwart van de kinderen die in de jeugdzorg hebben gezeten, te maken kreeg met fysiek, seksueel of psychisch geweld. Denk daar even over na: een kind dat uit huis wordt geplaatst om het te beschermen, loopt 75% kans om binnen de zorg opnieuw slachtoffer te worden van geweld. Dat is institutioneel falen van de hoogste orde. Het toont aan dat institutioneel geweld diep in het systeem zit ingebakken. Wat we onze kwetsbaarste kinderen bieden, is vaak niet de geborgenheid van een veilige haven, maar de kilte van een bureaucratie die haar eigen doelen voorbijschiet.
Privatisering en perverse prikkels
Hoe heeft het zover kunnen komen? Een belangrijke factor ligt in de manier waarop we onze jeugdzorg hebben georganiseerd – of beter gezegd, gefragmenteerd en geprivatiseerd. Sinds de grote stelselwijziging in 2015 is jeugdzorg ondergebracht bij gemeenten en uitbesteed aan talloze (particuliere) zorgorganisaties. Dit heeft een woud aan instanties gecreëerd die allemaal stukjes van de keten beheren, zonder centrale regie. Staatssecretaris Teun Struycken gaf recent ruiterlijk toe hoe beperkt de overheid nog kan ingrijpen: jeugdzorginstanties opereren als private organisaties, dus een bewindspersoon kan falende bestuurders niet eens ontslaan – alleen hun eigen Raad van Toezicht kan dat. Met andere woorden: we hebben de zorg voor onze kinderen uit handen gegeven aan semi-commerciële instellingen waarop democratische controle nauwelijks te grijpen is.
In een dergelijk klimaat liggen commerciële belangen en winstprikkels op de loer. Jeugdzorg is deels een verdienmodel geworden. Gemeenten betalen zorgaanbieders voor ieder bed dat zij bezet houden; hoe langer een kind uit huis geplaatst blijft, hoe meer geld er binnenkomt. “Een uithuisplaatsing betekent geld in het laatje,” zo stelt een jeugdzorgblog het wrang. Die financiële prikkel – langer plaatsen is langer verdienen – is perverse en staat haaks op het welzijn van het kind. Uiteraard zal geen enkele zorginstelling openlijk zeggen dat winst boven het kind gaat; veel jeugdzorgorganisaties zijn formeel stichtingen zonder winstoogmerk. Toch blijkt in de praktijk dat deze perverse prikkel leidt tot een cultuur waarin meer kinderen uit huis worden geplaatst en langer blijven dan strikt noodzakelijk. Niet voor niets zitten de pleeggezinnen en leefgroepen overvol, terwijl de wachtlijsten groeien. Ieder vol bed is immers een inkomstenbron, en lege bedden betekenen financieel verlies.
Daarnaast is er een machtige lobby van instellingen die gebaat zijn bij het huidige stelsel. Via brancheorganisaties en adviesbureaus wordt beleid beïnvloed, vaak gericht op behoud van hoge budgetten en tegenhouden van hervormingen die hun positie zouden verzwakken. Het gevolg is beleid waarin eerder naar beheerste protocollen en financiële haalbaarheid wordt gekeken dan naar menselijke maat. Ouders en pleegouders staan in zo’n systeem steeds meer aan de zijlijn. Hun autonomie wordt ingeperkt door regels, procedures en bemoeienis van telkens weer nieuwe “hulpverleners” en managers. Pleegouders klagen dat ze voortdurend verantwoording moeten afleggen en weinig ruimte krijgen om op gevoel te handelen. Ouders voelen zich machteloos tegenover een bureaucratie die hun kinderen als casussen behandelt in plaats van als geliefde zonen en dochters. De menselijke relaties – ouder-kind, of pleegouder-kind – worden zo ondergeschikt gemaakt aan controlemechanismen. Bezoekuren, veiligheidsplannen, evaluatieverslagen en cameratoezicht vervangen liefde, empathie en gezond verstand. In het Vlaardingse pleeggezin hing het huis vol beveiligingscamera’s, maar echte aandacht voor het kind ontbrak. Controle genoeg – menselijkheid te weinig.
Het mag duidelijk zijn dat deze ontwikkeling het welzijn van het kind niet bevordert. Sterker nog, ze vergroot het leed. Kinderen die al getraumatiseerd zijn door een moeilijke thuissituatie, raken in de huidige jeugdzorg verzeild in een volgend trauma. Ze worden uit hun vertrouwde omgeving gerukt, vaak onnodig lang vastgehouden in pleegzorg of instelling, en krijgen te maken met wisselende gezichten, straffen en dwang. Dit is hertraumatisering in plaats van heling. Het Vlaardingse meisje is daar het pijnlijkste voorbeeld van: eerst mishandeld door haar ouders, vervolgens door het systeem van jeugdzorg nog eens overgeleverd aan mishandeling door pleegouders. En nu, na alles wat ze heeft doorstaan, is ze nóg steeds niet vrij.
Veiligheid als voorwendsel voor geweld
Op dit moment zit het meisje uit Vlaardingen wederom opgesloten onder toezicht van jeugdzorg – opnieuw met “veiligheid” als argument. Ze is zwaar gehandicapt geraakt door het geweld en verblijft in een instelling, achter gesloten deuren, zogenaamd ter bescherming van zichzelf. Haar moeder, inmiddels zelf getraumatiseerd door het hele gebeuren, krijgt haar nauwelijks te zien. De littekens zijn nog vers, maar in plaats van moeder en dochter te herenigen in een liefdevolle omgeving, kiest het systeem opnieuw voor isolatie en controle. De cirkel is rond: wie eenmaal in de molen van de jeugdzorg zit, komt er bijna niet meer uit. Zelfs niet na een aantoonbaar fiasco waarbij het kind bijna is gestorven onder toezicht van datzelfde systeem.
Deze gang van zaken legt een cynische paradox bloot. Veiligheid in de jeugdzorg wordt vaak opgelegd met dwang en macht, maar zonder echte veiligheid te bieden. Wat betekent veiligheid eigenlijk, als een kind onveilig is bij pleegouders en daarna onvrij binnen de zorg? Veiligheid zou voor kinderen moeten betekenen dat ze zich geliefd, gezien en geborgen voelen – niet dat ze simpelweg fysiek in leven worden gehouden binnen een betonnen inrichting. Het systeem lijkt te denken in termen van risico’s en controle: als we alle risico’s maar afdekken (ouders uitsluiten, kinderen opsluiten, procedures dichttimmeren), dan zijn we “veilig”. Maar dit technocratische veiligheidsdenken ontkent de kern van waar een kind écht veilig van wordt: menselijke warmte en verbondenheid. Zonder liefde is er geen veiligheid, alleen submissie.
Liefde in plaats van controle: tijd voor een revolutie
Het is duidelijk dat er iets radicaal moet veranderen. De huidige jeugdzorg is ziek, en cosmetische ingrepen volstaan niet. De Kamer van Sociale Waarden, een initiatief dat strijdt tegen misstanden in de zorg, stelt het glashelder: echte verandering is alleen mogelijk als we macht en controle vervangen door liefde, samenwerking en zorg voor elkaar. Dat is geen zachte wensdroom, maar een harde noodzaak. We moeten de menselijkheid terugbrengen in een systeem dat die uit het oog is verloren.
Concreet betekent dit dat hulpverleners samenwerken met gezinnen in plaats van ze uiteen te trekken. Dat we ouders zoals de moeder in Vlaardingen serieus nemen als bondgenoot in de zorg voor hun kind, ongeacht hun eigen moeilijkheden. Dat pleegouders worden gesteund om een warme opvoedomgeving te creëren, in plaats van overladen te worden met voorschriften. En dat kinderen niet langer als dossiernummers worden rondgeschoven, maar als mens centraal staan in elke beslissing.
Die omslag vraagt ook om structurele hervorming. Ten eerste moet jeugdzorg weer een echt publieke zaak worden. Geen wilde markt met private instellingen die elkaar beconcurreren of aan het infuus van winstmarges liggen, maar een publiek stelsel dat verantwoording schuldig is aan ons allemaal. Publiek en transparant: van elke beslissing rondom een kind moet inzichtelijk zijn waarom die genomen is, door wie, en met welk doel. Weg met de mistige doolhof waarin verantwoordelijkheden kunnen worden weggeschoven. Wanneer iedereen zich nu achter procedures en organisatiestructuren kan verschuilen, is het kind de dupe. Openheid en aanspreekbaarheid zijn essentieel, zodat misstanden niet langer in de luwte kunnen ontstaan.
Daarnaast moet de menselijke maat voorop. We hoeven geen veiligheid te “afdwingen” ten koste van waardigheid; we kunnen veiligheid opbouwen door relaties en vertrouwen. Investeer in preventie en hulp aan huis, zodat uithuisplaatsing echt het allerlaatste redmiddel wordt. Als een uithuisplaatsing toch nodig is, houd het tijdelijk en werk vanaf dag één aan terugkeer naar huis of naar een plek binnen het familienetwerk. Geef ouders en kinderen een stem en juridische bijstand in het proces, zodat zij geen speelbal meer zijn van besluiten over hun hoofden heen. En zorg dat iedere professional beseft: elke extra dag dat een kind onnodig van huis blijft, is er één te veel – niet een dag van “rust en veiligheid”, maar een dag van gemis die je dat kind nooit meer kunt teruggeven.
Tot slot moeten we af van het idee dat controle gelijkstaat aan zorg. Een kind is geen object dat je kunt “plaatsen” en vergeten. Het is een jong mens met een stem, met gevoelens, met behoefte aan liefdevolle zorg. Onze jeugdzorg zou dát als uitgangspunt moeten nemen. Kinderen objectiveren is onacceptabel – we moeten hen weer zien als subject, als protagonist in hun eigen leven. Iedere maatregel zou de vraag moeten beantwoorden: hoe helpt dit het kind zelf verder?
De verschrikkelijke zaak in Vlaardingen is een alarmbel die we niet langer kunnen negeren. Hoeveel schrijnende voorbeelden moeten er nog volgen voordat we de jeugdzorg-industrie hervormen tot echte jeugdzorg? Het is hoog tijd voor een systeem dat de veiligheid van kinderen borgt door liefde en samenwerking, niet ten koste van liefde en samenwerking. Laat deze column eindigen met een oproep die niet vaak genoeg kan worden herhaald: maak jeugdzorg mensgericht, openbaar en transparant. Laat kinderen nooit meer de prijs betalen voor een falend systeem. Zet hen centraal in zorg en herstel, met waardigheid en compassie. Alleen dan kunnen we zeggen dat we als samenleving onze jeugd écht beschermen – en verdienen we het woord “zorg” in jeugdzorg.
Laten we nu handelen, uit liefde in plaats van angst. Onze kinderen verdienen niet minder.
Bronnen en Referenties:
📌 Casus Vlaardingen: structureel falen
- Inspectierapport Vlaardingen (2025)
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid concluderen dat de hulpverlening aan het mishandelde pleegmeisje in Vlaardingen ernstig tekortschiet. Het meisje werd onvoldoende gehoord en gezien, waardoor de onveilige situatie kon ontstaan en voortduren
Inspectierapport Vlaardingen - Kabinetsreactie op inspectierapporten (2025)
De regering erkent de tekortkomingen in de jeugdzorg naar aanleiding van het incident in Vlaardingen en benadrukt de noodzaak tot verbetering van de hulpverlening en samenwerking tussen instanties
Kabinetsreactie inspectierapporten Vlaardingen
📚 Structureel geweld in de jeugdzorg
- Eindrapport Commissie De Winter (2019)
De commissie concludeert dat kinderen in de jeugdzorg vanaf 1945 tot heden onvoldoende zijn beschermd tegen fysiek, psychisch en seksueel gewel.
Eindrapport Commissie De Winter - Kamerbrief over eindrapport Commissie De Winter (2019)
De ministers De Jonge en Dekker reageren op het eindrapport en erkennen de ernst van de bevindingen, met toezeggingen voor verbeteringen in de jeugdzor.
Kamerbrief eindrapport Commissie De Winter
💰 Privatisering en financiële prikkels
- Te hoge winsten bij jeugdzorgaanbieders (2021) Een aanzienlijk deel van de jeugdzorgaanbieders maakt meer dan tien procent winst, wat als excessief wordt beschouwd binnen de zorgsectr.
Te hoge winsten bij jeugdzorgaanbieders - Financiële positie van jeugdzorgorganisaties (2020) Analyse van jaarrekeningen toont aan dat veel jeugdzorgorganisaties in financieel zwaar weer verkeren, met risico’s voor de continuïteit van zog.
Financiële positie jeugdzorgorganisaties - Invloed van private equity op publieke sectoren Private investeerders dringen door in sectoren zoals de zorg, met als gevolg bezuinigingen en een focus op winst boven publieke belangn.
Invloed private equity op publieke sectoren
🧭 Samenvatting: kennis is aanwezig, maar macht en controle dominern
De beschikbare rapporten en analyses tonen aan dat de problemen binnen de jeugdzorg structureel en langdurig zijn. Ondanks herhaalde waarschuwingen en aanbevelingen blijven macht en controle de boventoon voeren, ten koste van liefdevolle zorg en samenwerkng.
De Kamer van Sociale Waarden pleit voor een fundamentele herziening van het jeugdzorgsysteem, waarbij het welzijn van het kind centraal staat en menselijke waarden de basis vormen voor alle zorgverlenng.
Voor verdere informatie en betrokkenheid kun je terecht op de website van De Kamer van Sociale Waarden: https://dekvsw.nl






