Kinderparticipatie vanaf 12 jaar in de jeugdzorg – lessen uit casussen en structurele uitdagingen

Recente casussen benadrukken de stem van het kind

In de afgelopen jaren zijn meerdere jeugdzorgzaken breed uitgemeten in de media waarin duidelijk werd dat de stem van het kind onvoldoende werd gehoord. Zo bleek uit een zaak in 2024 dat een kind onterecht uit huis was geplaatst op basis van onvolledig feitenonderzoek. In die zaak bood de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) later zelfs oprechte excuses aan voor de gemaakte fouten en erkende dat de onterechte uithuisplaatsing het gezin grote schade had berokkend split-online.nlsplit-online.nl. De kinderrechter gaf daarbij aan dat waarheidsvinding te allen tijde voorop moet staan en dat als daarin tekortgeschoten is, verantwoordelijkheid moet worden genomen en het aangedane leed erkend split-online.nl. Dit illustreert hoe een gebrekkige betrokkenheid van ouders en kinderen kan leiden tot verkeerde beslissingen.

Een ander voorbeeld is onderzoek van EenVandaag in 2023 naar de handelwijze van Veilig Thuis. Experts constateerden dat rapportages van Veilig Thuis vaak onder de maat zijn: feiten en meningen lopen door elkaar, belangrijke gegevens worden niet of verkeerd onderzocht, en toch worden die rapporten vrijwel klakkeloos overgenomen door de instanties en de rechter eenvandaag.avrotros.nl eenvandaag.avrotros.nl. Ondanks een actieplan om dit te verbeteren, bleek uit evaluatie dat er nauwelijks vooruitgang is geboekt eenvandaag.avrotros.nl. Fouten in dossiers worden zelden gecorrigeerd en adviezen (bijvoorbeeld van de RvdK) worden zonder onafhankelijke toetsing overgenomen eenvandaag.avrotros.nl. Dit heeft soms grote gevolgen, bijvoorbeeld dat ouders onterecht worden gezien als probleem terwijl de werkelijke zorgen van het kind onderbelicht blijven eenvandaag.avrotros.nl eenvandaag.avrotros.nl. Het gebrek aan zorgvuldige feitenonderzoeken én het onvoldoende horen van kinderen en ouders draagt bij aan deze misstanden.

Een professionele hulpverlener in gesprek met een ouder en een jongere. Recente evaluaties laten zien dat kinderen en ouders nog te vaak naast in plaats van in het gesprek staan als het gaat om jeugdzorgbeslissingen kinderombudsman.nl kinderombudsman.nl.

De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman kwamen in 2024 met een veelzeggend rapport getiteld “Participatie vanaf de zijlijn”. Daarin wordt geconcludeerd dat ouders en kinderen te weinig invloed ervaren op hun eigen jeugdhulptraject – ze worden onvoldoende betrokken bij zowel de toegang tot hulp als bij de uitvoering kinderombudsman.nl. Er wordt over hen in plaats van mét hen gesproken. Dit gebrek aan inspraak ondermijnt niet alleen het vertrouwen, maar ook de tevredenheid en effectiviteit van de hulpverlening kinderombudsman.nl kinderombudsman.nl. De ombudsmannen benadrukken dat in de Jeugdwet duidelijk is vastgelegd dat er niet over kinderen en ouders besloten mag worden zonder met hen te praten, maar dat dit in de praktijk nog te vaak misgaat kinderombudsman.nl. Samen geven deze casussen en onderzoeken een beeld van een structureel probleem: de stem van het kind (en diens ouders) krijgt niet altijd de plek die het zou moeten hebben in de jeugdzorgketen.

Participatierecht vanaf 12 jaar: wetgeving en praktijk

Nederland kent formeel een sterke basis voor kinderparticipatie vanaf 12 jaar. In lijn met artikel 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag bepaalt onze wet (artikel 809 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) dat de rechter een kind van 12 jaar of ouder in de gelegenheid moet stellen zijn of haar mening kenbaar te maken voordat een beslissing wordt genomen in zaken die het kind aangaan bvd-advocaten.nl. Dit zogenaamde hoorrecht geldt bij belangrijke beslissingen zoals een ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing, gezagswijziging en omgangsregelingen. In principe krijgt elke jeugdige van 12 jaar of ouder een uitnodiging voor een kindgesprek met de rechter. Jongere kinderen kúnnen op verzoek ook worden gehoord, maar in de praktijk hield men lang vrij strikt vast aan de grens van 12 jaar – kinderen onder die leeftijd werden slechts bij hoge uitzondering door de rechter uitgenodigd bvd-advocaten.nl.

Er is echter een groeiend besef dat deze leeftijdsgrens arbitrair is en dat ook jongere kinderen een zinvolle mening kunnen geven. In 2020 publiceerde het WODC het rapport “Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie”, waarin werd onderzocht of de formele positie en het hoorrecht van minderjarigen in procedures uitgebreid kon worden. De onderzoekers concludeerden dat elke minderjarige de mogelijkheid moet krijgen om – direct of indirect – betrokken te worden bij procedures die hem of haar aangaan bvd-advocaten.nl. Concreet adviseerden zij om voortaan kinderen vanaf 8 jaar standaard uit te nodigen voor een kindgesprek met de rechter, en zelfs voor de groep van 4 tot 8 jaar de deur open te houden als de omstandigheden het toelaten bvd-advocaten.nl. Dit advies is ingegeven door de ervaring dat ook jongere kinderen vaak prima kunnen verwoorden wat ze willen of voelen, mits op een passende manier gevraagd bvd-advocaten.nl. Een kind van 8 of 9 kan bijvoorbeeld aangeven bij wie hij zich het prettigst voelt om te wonen, of wat hij nodig heeft om zich veilig te voelen. Verschillende rechtbanken zijn hier al op vooruitgelopen: zo is bij de rechtbank Amsterdam de praktijk ontstaan om kinderen vanaf ±8 jaar standaard uit te nodigen voor kindgesprekken in kinderbeschermingszaken (uithuisplaatsing, gezag, etc.) scholarlypublications.universiteitleiden.nl. Dit laat zien dat de sector langzaam de formele participatiegrens naar beneden bijstelt om recht te doen aan de behoefte van het kind.

Naast het hoorrecht bij de rechter hebben kinderen naarmate ze ouder worden in de jeugdzorg nog meer participatiemogelijkheden. Vanaf 16 jaar krijgen jongeren bijvoorbeeld extra rechten in de hulpverlening: zo mogen zij vaak mee beslissen over hun hulpverleningsplan en worden hun wensen zwaarder meegewogen bij keuzes over behandeling of verblijf. In sommige gevallen kunnen jongeren van 16 jaar en ouder zelf verzoeken indienen, bijvoorbeeld voor het beëindigen van een maatregel als zij menen dat deze niet langer nodig is. Deze verruiming bij 16 jaar is waardevol, maar het fundament ligt bij 12 jaar – het moment waarop jongeren minimaal betrokken moeten worden bij beslissingen over hun leven. Het is daarbij van groot belang dat dit recht niet alleen op papier bestaat, maar dat professionals het actief faciliteren. Een kind van 12 heeft immers vaak een goed beeld van zijn eigen situatie en kan verrassend goed aangeven wat wel of niet werkt.

In de praktijk zien we echter dat het horen van kinderen boven de 12 nog lang niet altijd optimaal verloopt. Soms ontvangen jongeren geen uitnodiging omdat een voogd of instantie die tegenhoudt, of omdat men denkt dat het kind niet wil praten. Een bekend voorbeeld is een cassatiezaak uit 2023, waarin bleek dat een minderjarige in geen van de instanties was gehoord omdat de voogd de uitnodigingen achterhield – een duidelijke schending van het participatierecht vaan.ar-updates.nl. Dergelijke situaties onderstrepen dat het niet voldoende is dat het recht op inspraak bestaat; het moet ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en bewaakt. Zowel jeugdbeschermers als rechtbanken zullen alert moeten zijn dat jongeren hun stem kunnen laten horen. Positief is dat de roep om kindvriendelijke voorzieningen toeneemt: zo wordt aanbevolen om uitnodigingen in begrijpelijke taal te stellen en kinderen goed voor te bereiden op het gesprek met de rechter bvd-advocaten.nl. Ook moet er voldoende deskundigheid zijn – bijvoorbeeld rechters en gezinsvoogden die weten hoe je met kinderen praat op een manier die bij hun leeftijd past bvd-advocaten.nl. Het streven is dat een kind van 12 (of jonger) zich niet overweldigd voelt, maar juist empowered om zijn mening te geven.

Kinderen onder de 12 jaar: vertegenwoordiging en eerste gehoor

De participatie van kinderen onder de 12 jaar is een stuk lastiger, omdat zij geen automatisch hoorrecht bij de rechter hebben. Dit betekent echter niet dat hun mening er niet toe doet. In tegendeel, ook jonge kinderen hebben behoeften en gevoelens die belangrijk zijn voor beslissingen over hun welzijn. Omdat zij vaak nog niet zelfstandig hun belangen kunnen bepleiten in juridische procedures, wordt er in zulke gevallen meestal een bijzondere curator benoemd. Een bijzondere curator is een onafhankelijke vertegenwoordiger die de belangen van het kind behartigt en fungeert als zijn/haar stem in de procedure bvd-advocaten.nlbvd-advocaten.nl. De curator praat met het kind op een laagdrempelige manier, probeert eventuele conflicten tussen ouders te bemiddelen en brengt advies uit aan de rechtbank over wat volgens het kind én in zijn belang is bvd-advocaten.nl. Cruciaal is dat de curator alles in begrijpelijke taal uitlegt aan het kind, zodat de jongere snapt wat er gaande is en merkt dat zijn mening wordt meegenomen bvd-advocaten.nl. Kortom, de bijzondere curator vormt een belangrijke waarborg dat ook kinderen onder 12 jaar gehoord worden, zij het via een vertegenwoordiger.

Ondanks deze mogelijkheid, zien we dat in de praktijk kinderen jonger dan 12 nog vaak pas laat direct bij het proces worden betrokken. Vaak duren juridische procedures zo lang dat een kind bijna 12 is tegen de tijd dat er een definitieve beslissing valt. Het komt voor dat een kind pas op 11½-jarige leeftijd voor het éérst door een kinderrechter wordt gesproken – nadat het al jaren subject was van jeugdbeschermingsmaatregelen zonder eigen stem in de rechtbank. Tot die tijd moet men afgaan op wat ouders, pleegouders, hulpverleners en eventueel de curator over het kind rapporteren. Dat is een professionele uitdaging: men moet “het perspectief bepalen” voor een kind zonder dat het kind officieel zelf meepraten kan. Idealiter proberen jeugdzorgmedewerkers in die periode toch zo veel mogelijk de wensen en gevoelens van het kind informeel te peilen, bijvoorbeeld via gesprekken op school, speltherapie of observaties. Toch blijft het een gemis wanneer een jongere zelf aangeeft bijvoorbeeld terug naar huis te willen, maar hier formeel geen gehoor aan kan geven tot de 12e verjaardag. Onderzoek van Defence for Children en de Rijksuniversiteit Groningen bevestigt dat hier een spanningsveld zit: volgens het Kinderrechtenverdrag zouden ook <12-jarigen moeten worden betrokken bij beslissingen zoals een uithuisplaatsing, maar de Nederlandse wet- en regelgeving bieden daarvoor nog onvoldoende handvatten, waardoor in de praktijk hun stem vaak niet of nauwelijks gehoord wordt defenceforchildren.nl.

Er zijn initiatieven om de kloof te dichten. Zo is er geëxperimenteerd met het benoemen van bijzondere curatoren voor kinderen vanaf 3 jaar in bepaalde zaken eerstekamer.nl. Ook internationaal ziet men dat het kán: in grensoverschrijdende mediations bij internationale kinderontvoeringszaken worden kinderen vanaf ongeveer drie jaar al gehoord over hun wensen eerstekamer.nl. Uiteraard gaat het dan niet om een formeel verhoor zoals bij een ouder kind, maar op een speelse, indirecte wijze peilt een gespecialiseerde hulpverlener wat een jong kind voelt (bijvoorbeeld door te tekenen of te spelen en daarover te praten) rechtspraak.nl. Deze ervaringen laten zien dat zelfs zeer jonge kinderen participatiebehoeften hebben. Een peuter of kleuter kan wellicht niet rationeel alle consequenties overzien, maar kan wél aangeven bij wie hij zich prettig voelt, welke plek als “thuis” voelt of waar hij bang voor is. Het erkennen van die signalen is belangrijk. Voor de jeugdzorg betekent dit dat men eigenlijk al vanaf de vroegste leeftijd aandacht moet hebben voor de stem van het kind, zij het op niveau en met tussenpersonen. Dat kan inhouden: een vierjarige laten tekenen of spelen om te laten zien hoe hij de situatie beleeft, een achtjarige in begrijpelijke taal vragen wat híj zou willen dat er gebeurt, enzovoort. Die praktijk staat nog in de kinderschoenen, maar de bewustwording groeit dat participatie niet plots start bij 12 jaar – het bouwt op vanaf zeer jonge leeftijd. Bij elke leeftijdsfase zouden kinderen iets méér zeggenschap en betrokkenheid moeten kunnen krijgen, zodat zij langzamerhand toewerken naar volledige autonomie op 18-jarige leeftijd.

Structurele verandering: van verplicht nummer naar echte participatie

Uit de besproken casussen en onderzoeken blijkt dat het probleem niet simpelweg op individueel niveau ligt, maar structureel van aard is. De cultuur binnen jeugdzorg en kinderbescherming moet verschuiven van “wij professionals weten wat goed is” naar “we beslissen samen met ouders en kind wat goed is”. Participatie moet geen vrijblijvende optie of afvink-vakje zijn, maar een vanzelfsprekend onderdeel van elke stap. Zoals de Kinderombudsman stelt: niet over kinderen en ouders praten, maar met hen kinderombudsman.nl. Dat vereist een andere houding van professionals. Volwassenen – of het nu raadsonderzoekers, gezinsvoogden, rechters of hulpverleners zijn – moeten duidelijk laten merken dat de mening van het kind ertoe doet en daadwerkelijk invloed heeft op beslissingen nji.nl.

Verschillende instanties hebben inmiddels aanbevelingen gedaan om participatie daadwerkelijk te versterken. Zo concludeerden onderzoekers van het WODC en de inspectie dat ouders én kinderen meer gelegenheid moeten krijgen om hun zienswijze in te brengen in dossiers, bijvoorbeeld door standaard een gesprek aan te bieden en hun inbreng expliciet mee te wegen eenvandaag.avrotros.nl. Ook zouden gezinnen vaker ondersteund moeten worden door een onafhankelijke cliëntondersteuner of advocaat die kan helpen hun stem te verwoorden eenvandaag.avrotros.nl. De Nationale ombudsman doet vergelijkbare aanbevelingen richting gemeenten en wijkteams: zorg voor een vast aanspreekpunt voor het gezin, geef goede informatie en vraag kinderen altijd of ze hun mening willen delen kinderombudsman.nl. Vooral dat laatste is cruciaal – kinderen moeten standaard de vraag krijgen of zij iets kwijt willen over hun situatie, in elke fase van hulpverlening. Veel jongeren geven aan dat simpelweg gevraagd worden naar hun kijk al maakt dat ze zich serieus genomen voelen. Bovendien blijkt dat meer invloed voor kinderen en ouders leidt tot betere, passender hulp kinderombudsman.nl. Wanneer gezinnen kunnen meedenken, is de geboden oplossing vaak meer op maat en geaccepteerd, wat escalatie van problemen voorkomt kinderombudsman.nl. Het gevolg: minder kans dat situaties onnodig verslechteren of lang voortslepen doordat een kind zich verzet tegen een oplossing die niet bij hem past.

Vanuit de praktijk komen signalen dat als we de participatie van jongeren niet verbeteren, we de doorstroom naar volwassenheid blijven bemoeilijken. Nu is het regelmatig zo dat jongeren op hun 18e – de leeftijd waarop ze wettelijk volwassen worden – niet klaar zijn om zelfstandig verder te gaan. Ze hebben jarenlang in een systeem gezeten waarin voor hen werd beslist, en missen soms de kans om verantwoordelijkheid te leren nemen. Het huidige jeugdzorgsysteem vangt dit op door verlengde hulp: veel kwetsbare jongeren krijgen begeleiding tot 21 jaar, en zelfs daarna zien we sommigen terugvallen op een bijstandsuitkering (“jongerenuitkering”) of onder bewindstelling, of belanden ze in de volwassenenzorg met zware trajecten (bijvoorbeeld beschermd wonen of intensieve GGZ) – terwijl dat misschien te voorkomen was kinderombudsman.nl. Natuurlijk zijn er altijd jongeren die ook met alle inspraak moeite zullen hebben op eigen benen te staan, maar de mate van autonomie die we hen op jonge leeftijd gunnen, bepaalt mede hoe zelfredzaam ze op hun 18e zijn. Door kinderen stapsgewijs te betrekken en verantwoordelijkheid te geven passend bij hun leeftijd, ontwikkelen ze vaardigheden in denken over hun eigen toekomst en worden ze weerbaarder. Uiteindelijk is het doel dat een jongere op zijn achttiende écht mee kan beslissen – of zelfs zelfstandig kan beslissen – over zijn leven, in plaats van dat op die leeftijd ineens “het gat” ontstaat en ze van volledige sturing naar volledige vrijheid gaan zonder voorbereiding.

Tot slot is het bemoedigend dat zowel binnen de RvdK als jeugdzorgorganisaties steeds meer erkenning komt voor deze noodzakelijke verandering. De eerdergenoemde excuusverklaring van de Raad voor de Kinderbescherming in een casus laat zien dat men bereid is kritisch terug te kijken en verantwoordelijkheid te nemen split-online.nl. Ook politiek en beleid staan niet stil: zo worden wetswijzigingen besproken om het hoorrecht voor kinderen uit te breiden en de toegang tot rechtsbijstand voor ouders te verbeteren rvr.orgdefenceforchildren.nl. Maar regels alleen zijn niet genoeg – het vergt een cultuuromslag bij alle professionals in de keten. Medewerkers binnen jeugdzorg en kinderbescherming vormen de frontlinie: zij moeten elke dag opnieuw de afweging maken om het kind actief te betrekken. Dat betekent: in gesprekken met ouders óók rechtstreeks aan het kind vragen wat hij vindt, kindvriendelijke uitleg geven over beslissingen, en bij twijfel een bijzondere curator of vertrouwenspersoon inschakelen om het kind te ondersteunen.

Conclusie: samen bouwen aan een kindgerichte jeugdzorg

De voorbeelden en analyses tonen aan dat het participatierecht van kinderen vanaf 12 jaar (en eigenlijk vanaf veel jongere leeftijd) geen luxe is, maar een essentieel onderdeel van goede jeugdzorg. Ieder kind heeft het recht en de behoefte om gehoord te worden over zaken die zijn leven raken kinderombudsman.nl. Wanneer we die stem serieus nemen, leidt dat tot betere beslissingen en een traject dat voor alle partijen draaglijker is. Voor ons als professionals in de jeugdzorg en bij de Raad voor de Kinderbescherming ligt hier een belangrijke taak. Het vraagt soms meer creativiteit, geduld en een andere manier van werken – maar het resultaat is dat kinderen zich gezien en gehoord voelen.

Zoals een hoogleraar jeugdrecht al aangaf: fouten in de jeugdbescherming zullen minder gauw gemaakt worden en makkelijker hersteld kunnen worden als we echt luisteren naar wat kinderen en ouders zelf naar voren brengen eenvandaag.avrotros.nl. En de kinderrechter verwoordde het treffend door te benadrukken dat erkenning van aangedaan leed noodzakelijk is split-online.nl – met andere woorden, we moeten niet defensief vasthouden aan oude besluiten, maar leren van wat kinderen (en ouders) ons vertellen over de effecten daarvan. Door kinderen op jonge leeftijd al passend te laten participeren, groeien ze toe naar volledige participatie op volwassen leeftijd. Dat is niet alleen in hun belang, maar ook in het belang van de samenleving: jongvolwassenen die gewend zijn mee te denken en te praten over hun eigen leven, zullen waarschijnlijk zelfstandiger en met meer vertrouwen hun plek innemen.

Voor de medewerkers in jeugdzorg en bij de RvdK betekent dit: zie het kind niet als passieve client, maar als mede-eigenaar van het hulptraject. Durf de vraag te stellen: “Wat vind jíj hier eigenlijk van?” – ook aan een 6-, 9- of 11-jarige, op een manier die bij hem past. Zorg dat besluiten niet uit de lucht komen vallen voor een kind, maar dat hij zich gehoord weet, ook als niet alles kan worden ingewilligd. Uiteindelijk is het doel een jeugdzorg waarin participatie de norm is. De recente casussen en evaluaties hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat we daar nog niet zijn, maar ook de richting gewezen: structureel beter luisteren naar kinderen vanaf 12 jaar – en eigenlijk vanaf 3 jaar – is de sleutel tot een meer rechtvaardige, effectieve en menswaardige jeugdzorg kinderombudsman.nlbvd-advocaten.nl.

Bronnen: De in deze analyse genoemde rapporten, uitspraken en artikelen zijn onder meer: EenVandaag onderzoek naar Veilig Thuis eenvandaag.avrotros.nl eenvandaag.avrotros.nl, de uitspraak van Rechtbank Den Haag van 25-04-2024 split-online.nlsplit-online.nl, het Kinderombudsman-rapport Participatie vanaf de zijlijn (2024) kinderombudsman.nlkinderombudsman.nl, het WODC-rapport Kind in proces (2020) en bijbehorende aanbevelingen over het hoorrecht vanaf 8 jaar bvd-advocaten.nl, alsmede uitleg over de rol van de bijzondere curator als stem van het kind bvd-advocaten.nl bvd-advocaten.nl. Deze bronnen onderstrepen allemaal het belang van een sterkere positionering van kinderen als volwaardige participanten in hun eigen jeugdzorgtraject.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven