In het Nederlandse jeugdzorgsysteem is artikel 3.3 van de Jeugdwet een fundamenteel uitgangspunt. Deze bepaling verplicht instanties zoals de Raad voor de Kinderbescherming en gecertificeerde instellingen tot waarheidsvinding: het volledig en naar waarheid aanvoeren van de relevante feiten. Klinkt rechtvaardig, maar de praktijk laat een complex en vaak schrijnend beeld zien.
De gedragsdeskundige als poortwachter van de feiten
Gedragsdeskundigen – meestal psychologen of orthopedagogen – hebben binnen het familierecht een sleutelrol. Zij worden geacht objectieve rapportages te maken, waarin zij gedragingen van ouders of kinderen analyseren, verbanden leggen, en risico’s inschatten. Hun rapporten wegen zwaar: rechters nemen hun oordeel vaak over als basis voor ingrijpende beslissingen zoals ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing.
Maar hoe objectief zijn deze rapportages eigenlijk?
Zorgen geformuleerd als feiten
In de praktijk blijkt dat zorgen, vermoedens of interpretaties van de gedragsdeskundige regelmatig als feit worden gepresenteerd. Bijvoorbeeld:
“De moeder vertoont gedrag dat mogelijk wijst op psychische instabiliteit, hetgeen een risico vormt voor het kind.”
Een dergelijke formulering lijkt feitelijk, maar is in wezen een combinatie van observatie, interpretatie en risico-inschatting – geen bewezen realiteit. Toch worden zulke passages vaak als feitelijk uitgangspunt opgenomen in het dossier, met verstrekkende gevolgen voor het gezin.
De rechter heeft weinig keus
De rechter werkt binnen het kader van de stukken die zijn aangeleverd. Wanneer de rapportage van een gedragsdeskundige het enige ‘professioneel onderbouwde’ document is, heeft de rechter weinig keuze. Zelfs wanneer ouders de inhoud betwisten, blijft de rapportage juridisch leidend. De rechter formuleert dan zinnen als:
“De zorgen zijn onderbouwd in het rapport van de gedragsdeskundige.”
Hierdoor wordt feitelijk een risicovermoeden gepromoveerd tot juridische waarheid.
Maar wat als een andere deskundige het anders ziet?
Het interessante – en tegelijkertijd pijnlijke – aspect is dat een tweede gedragsdeskundige, in een ander tijdsbestek, tot een volledig andere conclusie kan komen. Gedragsdeskundigen interpreteren gedrag altijd binnen een context. Die context verandert, net als de relatie met de onderzoeker, de veiligheid van het gesprek, en de beschikbare informatie.
Wat vandaag een reden tot zorg lijkt, kan morgen worden herzien – of zelfs volledig ontkracht – door een deskundige met dezelfde opleiding en bevoegdheid. Toch is er zelden ruimte in het systeem voor deze tweede stem.
Waar ligt de oplossing?
Als we werkelijk trouw willen blijven aan het principe van waarheidsvinding, moeten gedragsdeskundigen:
- Expliciet onderscheid maken tussen feiten, zorgen en interpretaties;
- Zorg dragen voor toetsbare onderbouwing (denk aan opnamedata, observatieverslagen, verklaringen);
- Een format hanteren waarin subjectieve observaties duidelijk gemarkeerd zijn;
- Openstaan voor herziening van eerder gedane uitspraken bij veranderde context of nieuwe inzichten.
Slotgedachte
Waarheidsvinding is niet alleen een juridische plicht. Het is een morele opdracht die vraagt om bescheidenheid, nuance en ruimte voor het verhaal van álle betrokkenen. Gedragsdeskundigen dragen in dit systeem een immense verantwoordelijkheid – niet om absolute waarheden te leveren, maar om eerlijk te onderscheiden wat ze weten, wat ze denken, en wat ze vrezen.
En wie dat onderscheid niet maakt, kan – onbedoeld – levens beschadigen.
Door: De Kamer van Sociale Waarden
https://www.dekvsw.nl

Call to action: Feedback is professioneel
Gedragsdeskundigen, beleidsmakers, organisaties in de jeugdzorg: sta open voor feedback als onderdeel van je vakmanschap. In talloze beroepsgroepen – van huisartsen tot advocaten, van automonteurs tot elektriciens – is het heel normaal om periodiek feedback te ontvangen en certificering te ondergaan. Juist bij beroepen met een grote impact op veiligheid en gezondheid, wordt dit gezien als essentieel.
Waarom zou dat voor het werken met kinderen anders zijn?
Sta toe dat fouten onderzocht worden. Niet met het doel om te veroordelen, maar om te leren. Juist wanneer we experimenteren met zware interventies zoals uithuisplaatsingen, moeten we ook de moed hebben om achteraf te kijken naar de effecten van die interventies. Wat is er goed gegaan? Wat had anders gekund? En hoe zullen we het in de toekomst anders doen?
Het is tijd dat feedback niet langer gezien wordt als bedreiging, maar als fundamenteel onderdeel van professioneel handelen – in het belang van het kind.
Door: De Kamer van Sociale Waarden
https://www.dekvsw.nl
📚 Bronnen en Referenties
- De Kamer van Sociale Waarden
- URL: https://www.dekvsw.nl/waarheidsvinding-in-de-jeugdzorg-de-kwetsbare-macht-van-de-gedragsdeskundige/
- Analyse van de rol van gedragsdeskundigen en de uitdagingen rondom waarheidsvinding in de jeugdzorg.(dekvsw.nl)
- De Zorgkeuze
- URL: https://www.dezorgkeuze.nl/waarheidsvinding-in-de-jeugdzorg/
- Bespreekt het belang van waarheidsvinding en de criteria voor zorgvuldige rapportages in de jeugdzorg.(LinkedIn)
- LLM Legal
- URL: https://www.llmlegal.nl/blog/geen-waarheidsvinding-in-de-jeugdzorg-de-problemen-samengevat/
- Juridische analyse van de problematiek rondom subjectieve rapportages en het ontbreken van waarheidsvinding.(LLM Legal)
- SOS Jeugdzorg
- URL: https://www.sosjeugdzorg.nl/actueel/gastblog/35-waarheidsvinding-is-een-leugen
- Kritische blik op de praktijk van waarheidsvinding en de gevolgen van subjectieve rapportages voor gezinnen.(sosjeugdzorg.nl)
- VPRO
- URL: https://www.vpro.nl/dam/jcr%3Ab02e8e2d-5e62-434a-9822-72d097356843/160919%20art%2047%20BureauJeugdzorg.pdf
- Onderzoekt de gevolgen van het ontbreken van waarheidsvinding in de jeugdzorg en de impact op kinderen en ouders.






